Marmont noteerde de sterkte van zijn legerkorps. Het bestond uit dertien Franse en twaalf Bataafse bataljons, zeven Franse en vier Bataafse eskadrons en veertig kanonnen. De totale sterkte was 21.600 manschappen en 3.000 paarden. Dit getal is onjuist, althans voor het Kamp; zie onderstaand. Deze troepen vormden drie divisies: twee Franse (de tweede hiervan aangevuld met een Bataafs regiment) en een Bataafse divisie. De eerste Franse divisie stond onder commando van generaal Boudet, de tweede onder generaal Grouchy en de Bataafse divisie onder luitenant-generaal Dumonceau.
Floriet publiceert het volgende overzicht:
Bevelhebber: Marmont, generaal, kolonel van de jagers.
Adjudanten: Desvaux, kolonel; Richemont, eskadroncommandant; Gayet, Ferry (ook: Sery) en Leclerc, kapiteins; Chatry-Lafosse, luitenant; Rigo en Testas, Bataafse kapiteins.
Generale staf: Vignolle, luitenant-generaal, chef-staf; Raymond Delort, adjudant, souschef generale staf; Bigex, Charroy, Jardet en Lemière, kapiteins; Beho en Zimerski, Bataafse kapiteins, toegevoegd aan de staf.
Bataljonscommandanten:Delosne en Prezbendowski.
Commandant van de artillerie: Firlet, generaal-majoor.
Adjudanten: Demay, kapitein; Coustailloux, luitenant.
Generale staf van de artillerie: Foy, kolonel, chef.
Commandant van de genie: Somis, kolonel.
Commandant van de gendarmerie: Nourry, kapitein en hoofdfacteur.
Inspecteurs van de wapens en hoofdbestuurders: Guyon en Siauve, commissarissen van Oorlog.
1e Divisie - Boudet, luitenant-generaal.
2e Divisie - Grouchy, luitenant-generaal.
8e, 84e en 92e regiment infanterie van linie; artillerie te voet; artillerietrein.
3e Divisie - Dumonceau, luitenant-generaal.
Cavalerie divisie - Lacoste, luitenant-generaal.
Artilleriepark - Aboville, kolonel, directeur.
Totaal van het 2e korps: 25 bataljons, 12 eskadrons, 13.569 manschappen, 1.069 ruiters, 1.280 artilleristen, maakt een totaal van 15.918 manschappen.
Dit aantal is dus in tegenspraak met het eerder door Marmont opgegeven aantal van 21.600 militairen. Vermoedelijk is dit een fout in deze bron. In het algemeen wordt in de oudste literatuur een aantal genoemd dat zich rond de 18.000 beweegt. Bedacht moet worden dat een aantal van de genoemde legeronderdelen niet in het kamp, maar in omliggende dorpen gelegerd waren. Hoeveel dat er waren, is slechts bekend van Amersfoort: daar bevonden zich ruim 900 cavaleristen. Op basis hiervan mag aangenomen worden dat het totale aantal militairen dat niet kampeerde maar kantonneerde, maximaal 2.000 zal hebben bedragen.
Uit het volgende overzicht blijkt dat het aantal Franse militairen 13.806 bedroeg. Het is verantwoord de Bataafse divisie op afgerond 5.400 manschappen te stellen. Hieruit resulteert dat ongeveer 17.200 manschappen zich in het Kamp hebben bevonden. Tijdens de manoeuvres kwamen ze allemaal naar het Kamp, zodat de bezetting dan ongeveer 19.000 geweest is. De veelvuldige tussentijdse overplaatsingen, de relatief vele vacante plaatsen en de verlofregelingen zijn alle redenen voor afwijkingen. Men ziet dit ook aan de verschillen in getalsterkte van de bataljons en compagnieën. Ook is er nog de mededeling: ‘zonder de bedienden van de generaals en de legertrein mee te tellen.’ De stelling dat de normale bezetting gemiddeld ongeveer 18.000 mannen bedroeg, kan dan ook gehandhaafd blijven.
Situatie van de Franse en Bataafse troepen op 29 juli 1804
|
Mannen
|
Totaal
|
Present
|
Hospitalen
|
Mannen
|
Paarden
|
Generale staf
|
79
|
-
|
79
|
-
|
1e divisie
|
5269
|
729
|
6060
|
-
|
2e divisie
|
4154
|
410
|
4789
|
-
|
Cavaleriedivisie
|
1428
|
38
|
1473
|
1033
|
Artillerie en genie
|
970
|
52
|
1072
|
1010
|
Garde van Marmont
|
126
|
|
126
|
132
|
Garde van Hoofdkwartier
|
186
|
21
|
207
|
-
|
Totaal
|
12212
|
1250
|
13806
|
2175
|
|
Deze aantallen gelden de Franse troepen.Verschillen ontstaan door manschappen die in aanvulling zijn of ontslagen. Tegen het einde van juli betrok de divisie van Dumonceau haar linies plus het grote artillerieterrein. Aantallen ontbreken hier. Het totale kamp was samengesteld uit de volgende troepen:
Infanterie
Frans
Divisie Boudet:
18e regiment jagers te voet.
11e en 35e regiment inf. van linie
Divisie Grouchy:
84e en 92e regiment inf. van linie.
Bataafs
Divisie Dumonceau:
De Duitse grenadiers.
19e bataljon infanterie.
1e en 2e bataljon van Waldeck.
10e, 17e en 18e bataljon infanterie
Cavalerie
Frans
- 6e regiment huzaren.
- 8e regiment jagers te paard.
Bataafs
- 2e regiment dragonders.
- 1e regiment huzaren.
Artillerie
Frans
- 8 compagnieën Franse artillerie.
Bataafs
- 4 compagnieën Bataafse artillerie te voet.
- 1 compagnie Bataafse artillerie te paard en het bataljon van de nationale grenadiers.
Bovenstaand overzicht werd samengesteld uit gegevens gevonden bij Floriet en in de archieven van het ministerie van Oorlog. Zij pretendeert geen volledigheid, omdat een gedetailleerd overzicht van de samenstelling van de Bataafse divisie nergens werd aangetroffen.
Bron: Historische werkgroep Austerlitz
|