eyes_067

Peter Koning in de Bataafse Armee

Eind oktober 1806 trokken twee Bataafse divisies, waaronder drie regimenten infanterie van linie en twee bataljons lichte infanterie met in totaal 12.000 Nederlandse militairen Duitsland in om deel te nemen aan de veldtocht in Pruisen en Pommeren onder de bevelen van de Franse generaals Michaud en Gobert. Generaal Daendels, die weer dienst genomen had op 16 september 1806, en die commandant was van een divisie met een klein aantal Hollandse eenheden, bezette Oost-Friesland. Generaal Dumonceau formeerde een derde divisie en bereidde zich voor bij het Noorderleger te voegen. Deze derde divisie bevond zich op 3 november te Paderborn. Op 19 november werd Hameln met een garnizoen van 9000 man ingenomen. Het 8e Regiment Infanterie onder bevel van generaal D.H. Chasse werd achtergelaten.

Dumonceau generaal van la grande armeeOp 23 november begaf de Hollandse divisie zich op weg naar Nienburg. Twee dagen later gaven generaal Strachwitz en zijn garnizoen van 3000 man zich over aan Dumonceau. Vervolgens marcheerde de divisie naar Bremen om er de winter door te brengen. De divisie ontving het bevel om de kusten te bewaken vanaf de monding van de Ems tot aan die van de Weser.

Begin februari 1807 bevonden de Hollandse eenheden in Duitsland zich op de volgende locaties:

  • Bremen - Hoofdkwartier van Dumonceau + 3e regiment huzaren [500]
  • Cuxhaven - 1e Brigade (generaal Crass) [1559]
  • Hameln - 2e Brigade (generaal von Heldring) [2975] + 3e Brigade (generaal Chasse) [1230]
  • Bergedorf - 4e Brigade (generaal van Hasselt) [1359]
  • Hamburg en Verden - twee compagnieen bereden artillerie, de pontonniers, de trein en de genie
  • 5e Holandse Brigade (generaal Mascheck) onder bevel van het 8e Korps van Maarschalk Mortier [886]

De sterkte in Noord-Duitsland bedroeg meer dan 8200 man en 920 paarden.

Franse belegering van Stralsund op 20 augustus 1807Bij de belegering van Kolberg in juni/juli 1807 speelden de Hollandse troepen een belangrijke rol. In 1807 belegeren Frans/Nederlandse troepen de vesting Stralsund aan de Oostzee, gelegen in Zweeds Pommeren. Op 1 april doen de Zweedse troepen een uitval en verjagen zij de Franse en Nederlandse eenheden. Dankzij ingrijpen van generaal Dumonceau zelf wordt deze nederlaag ongedaan gemaakt. Enkele weken later staan de Frans/Nederlandse troepen weer voor de stad.

Na het tot stand komen van de vrede van Tilsit op 9 juli 1807, die een eind maakte aan de veldtocht, bleven zij in Noord-Duitsland. In maart 1808 trok een divisie onder leiding van Dumonceau terug naar Holland. Het restant, ongeveer 5.000 man, waartoe onder meer het 6e tot en met het 9e Regiment Infanterie van Linie behoorden, kwam onder bevel te staan van luitenant-generaal P.G. Gratie, een Fransman in Hollandse dienst. Deze legermacht werd, hoewel niet in een verband opererend, ingezet in het voorjaar van 1809 bij de onderdrukking van de opstanden in Westfalen en Pruisen.

Zij leverde een groot aandeel in de gevechten die leidden tot de inname van Stralsund op 31 mei 1809. Onder leiding van majoor F. von Schill is het garnizoen van Stralsund (circa 5.000 man) in opstand gekomen tegen het Franse gezag. Met een strijdmacht van 5.000 Nederlandse militairen en 1.500 Denen verschijnt de Franse generaal Gratien voor de stad. Nederlandse infanteristen onder aanvoering van korporaal P.F. Vermeulen Krieger weten als eersten in de vesting door te dringen via het moeras ten westen van de stad. Na bloedige straatgevechten wordt de stad veroverd. Von Schill wordt gedood. Zijn hoofd wordt op sterk water gezet en in de Anatomische Verzameling van de Leidse universiteit tentoongesteld. Het zal in 1836 weer aan de Duitsers worden teruggegeven.

De Nederlanders keerden in augustus van het jaar 1809 in het koninkrijk terug.

Voor meer informatie over de veldtochten van het Bataafse leger, schaf het boek aan: “Peter Koning in de Bataafse Armee”.