Deze pagina is alleen voor mensen, die van een experimentje houden en heel goed tegen hun verlies kunnen. Eigenlijk zijn al deze palmen ongeschikt maar soms wel een "gokje" waard. De eerst genoemde is het meest bruikbaar de laatste is nauwelijks bruikbaar!
In de vochtige loofbossen van het zuidoosten van de Verenigde Staten groeit de meest winterharde palm Rhapidophyllum hystrix. Deze laagblijvende soort vormt meestal meer grondscheuten en kan strenge vorst verdragen zonder bladverlies. Verder vormt hij bijzonder scherpe stekels langs de stam. Als de plant zaden gevormd heeft vallen de zaden vaak tussen de stekels en kiemen daar, maar worden natuurlijk niet groot. Deze palm is nog beter bestand tegen kou dan de henneppalm. In de literatuur kan hij meer dan 20 graden vorst verdragen, schijnbaar winterharder dan de Henneppalm, want die 20 vorst zijn over een korte vorstperiode gemeten en de plant heeft in het natuurlijk verspreidingsgebied, vanwege de heersende hitte in de zomer extra suikers aangemaakt en die helpen mee de plant winterharder te maken, dus beschermen! Een duidelijk voorbeeld van een praktisch verschil tussen praktijk en literatuur.
Jonge en daarom nog vorstgevoelige planten groeien traag. Evenals de Sabal minor heeft deze plant ook veel zomerwarmte nodig. Verder groeit deze palm van nature in de bossen. Dus in de schaduw, maar in ons land dienen ze in volle zon geplant te worden om zo veel mogelijk zonwarmte te krijgen.
Rhapidophyllum hystrix
De stamloze Sabal minor kan in zijn uiterste verspreidingsgebied temperaturen overleven die daar soms tot -25 ° C kunnen dalen. Dan bevriest wel het bovengrondse deel. Trouwens die 25 graden vorst in de V.S. zijn heel anders dan bij ons! De plant verdient zeker veel bescherming. Want de 25 vorst zijn over een korte vorstperiode en de plant heeft daar in het zuidoosten van de V.S., vanwege de heersende hitte in de zomer extra suikers aangemaakt en die helpen weer mee de plant winterharder te zijn. Dus: beschermen!
Na een hete zomer komen vanuit de diep verscholen groeipunten weer nieuwe bladeren. Voor een voorspoedige groei is een hete zomer voorwaarde, iets wat in Nederland niet vaak voorkomt. De plant is zeer gemakkelijk uit zaad te kweken, maar hij groeit onvoorstelbaar langzaam, omdat wij vaak te koele zomers hebben en als dan ook de mooie grijsgroene bladeren in de winter de geest geven
Hij houdt verder van een goed bemeste grondsoort, die doorlatend is maar wel vocht vasthouden kan. Een plantgat met veel compost, mest, bladaarde gemixt met gewone tuingrond is wenselijk. Daarin zal de plant zich goed ontwikkelen. Hij vormt geen bovengrondse maar ondergrondse stam.
Sabals die geïmporteerd zijn zullen massaal nieuwe wortels
moeten aanmaken. Omdat de wortels beschadigd zijn bij het kweken van de plant.
De wortels worden afgesneden en Sabal wortels vertakken bijna niet (in
tegenstelling tot veel andere palmen) en afgesneden wortels sterven af tot tegen
de stam. Het is goed na het verplanten alle bladeren te verwijderen bij niet
zelf gekweekte Sabals . De overlevingskans is daardoor veel groter. Het duurt
echter jaren voordat het een toonbare plant is.
De wél stamvormende broer Sabal palmetto is voor gokkers ook de moeite waard om eens te proberen.
Sabals zijn erg mooi maar eigenlijk niet zo geschikt voor ons klimaat.
Verdere voorwaarden zijn: een uiterst droge plek in de winter en natuurlijk een zeer beschutte standplaats op het zuiden! Een droge plek is te creëren met harde (dus goed doorlatende) natuursteen, liefst met een zwarte kleur. Deze stukken steen kunnen door de grond rond de palm worden verwerkt. Ook mogen de stukken steen best aan de oppervlakte verschijnen dan kan er extra warmte opgenomen worden, mits de steen een donkere kleur heeft.
Mijn ervaringen met beide Chamaeropsen zijn voldoende van de hier besproken soorten is hij veruit de taaiste overwinteraar. De natte en koude winter van 2000-2001 gaf zelfs minder vocht-vorstschade dan Trachycarpus fortunei, maar de winter 2002-2003 was dodelijk voor zeer veel Chamaeropsen.... Verwacht nooit enige stamvorming. Het kopen van Chamaeropsen met een stam en die in de volle grond uitplanten is zinloos, ze zullen ooit weer terug keren naar een kruipende vorm....
Chamaerops humilis in de sneeuw
Ook deze palmensoort uit Argentinië houdt van een zeer goed doorlatende grondsoort en zoveel mogelijk zon. De grijsachtige bladeren zijn prachtig, maar keihard en hebben gemene punten. Dus niet langs het pad planten! Ik zou de scherpe punten voor lief nemen, want deze zeer langzaam groeiende palm is bijzonder mooi. Helaas is hij moeilijk te verkrijgen en bij de kwekers nogal duur.
Verder is er tot nu toe nauwelijks mee geëxperimenteerd. In maart 2000 zijn er drie Trithtrinax campestris planten in de vollegrond gezet. Deze zijn afkomstig uit hoger gelegen delen in Argentinië en hebben wellicht nog meer weerstand tegen de kou dan de planten die uit het laagland komen. Volgens de boeken zou hij gemakkelijk 15 graden vorst kunnen weerstaan, maar dat is nog even afwachten. Ik hoop dat het zo is. De plant zou een plaats moeten kunnen verdienen in iedere Nederlandse/Belgische tuin. Dit experiment is echter na één natte winter mislukt. Een "paraplu" boven het groeipunt zou een oplossing kunnen zijn... en dan nog .......... Hoe mooi ook, de volle grond is te veel gevraagd.
Trithtrinax campestris Trithtrinax klaar voor de winter
De Jubaea chilensis mag niet in dit rijtje ontbreken, omdat het de "winterhardste" palm met veervormige bladeren is.
Hij stamt van oorsprong uit Chili en is leverancier van een soort wijn (liever likeur), maar om de grondstof voor deze "wijn" te oogsten moet de hele boom eraan geloven! In het Engels taalgebied wordt hij ook wel Chilean Wine Palm genoemd. Deze palm is dan ook bijna uitgestorven. Drank maakt (bijna) meer kapot dan je lief is.
Gelukkig is men redelijk op tijd tot een beter inzicht gekomen: deze "beauty" beschermen!
Het duurt heel erg lang voordat de Jubaea een echt grote boom is. Zelfs als u hem vandaag nog plant, dan zullen uw kleinkinderen de eersten zijn, die van de echt grote volwassen Jubaea genieten. Kortom hij groeit ongelooflijk langzaam. Nogmaals de plant is ongelooflijk mooi, om prachtige volwassen exemplaren te zien, kunt u naar Locarno (CH) reizen in het centrum staat een prachtig exemplaar en op Isola Madre (in het Lago Maggiore), vlakbij Verbania (I) staat nog een mooier exemplaar, trouwens ook in Verbania staat een mooie Jubaea. In de grote kas in Kew Gardens (Londen, GB) staat ook een mooi exemplaar.
Als je maar één van deze bomen hebt gezien wil je hem per sé in de tuin, met veel liefde en bescherming maakt deze palm een goede kans. Hij past net als Trachycarpus goed in ons koele zomertje en een exemplaar met een redelijke stam kan tot 12 graden vorst verdragen. Hij heeft verder een vreselijke hekel aan natte winters, dus de groeipunt beschermen! Als de voorafgaande zomer warm en zonnig was zal te winterweerstand vast en zeker beter zijn, net als bij Sabal minor en Rhapidophyllum hystrix. Maar deze heeft echt veel meer weerstand nodig! Alleen geschikt voor de echte gokker.
De plant krijgt een prachtige dikke (dikste palm) grijze stam en kan tot zon 20 meter hoog worden. Hij heeft grijsgroene veervormige bladeren.
Hij draagt zwarte ronde kleine en keiharde vruchten, die mits vers gezaaid binnen enkele maanden zonder extra bodemwarmte zullen kiemen. De vruchten smaken ook lekker en worden in Chili "coquitos" (kleine kokosnoten) genoemd. Aan u de keus: eten of zaaien. Als u kiest voor eten; dan wel eerst poten in een goed doorlatende grondsoort op een zo beschut mogelijke zonnige plaats.
Zaad kiemt zeer langzaam, reken op 4-12 maanden kiemtijd. De zaden dienen vers te zijn. Het maakt niet veel verschil of de zaden voor het zaaien van de harde schil worden ontdaan of niet.
Jubaea chilensis (Isola Madre (I))
Butia capitata/Butia eriospatha/Butia yatay
Nog een prachtige palm met geveerde bladeren. Hij is afkomstig uit Brazilië, maar toch is hij een zeer gewaagd experiment waard. Ik vind de Butia sierlijker dan Jubaea chilensis. Hij is theoretisch minder tegen onze winter bestand dan de Jubaea, maar als de groeipunt goed droog wordt gehouden dan geeft de grotere groeikracht van de Butia capitata een grotere kans op herstel na winterschade.
Butia eriospatha lijkt gezien de herkomst wellicht een net iets sterkere vertegenwoordiger dan de capitata. Hij wordt steeds beter verkrijgbaar....
Butia yatay Ook steeds beter verkrijgbaar waarschijnlijk even sterk als de capitata.
Geef de plant een zeer goed gedraineerde bodem en zorg voor een zo zonnig mogelijke plaats. Een plant voor de ware gokker.
Butia capitata (Isola Madre (I))
Gezien het steeds warmer worden klimaat en de zoektochten in Zuid-Amerika zou er nog een ster aan het palmenfirmament kunnen komen. Een prachtige waaier palm die oorspronkelijk uit Brazilië, Argentinië, Paraguay, Uruguay komt.
In de subtropen en tropen wordt deze palm bijzonder veel aangeplant, de Nederlandse naam is Koninginnepalm.
Er zijn goede palmhandelaren die werken met planten die uit de bergen komen en waarschijnlijk iets beter tegen een koude stootje kunnen dan de 'gewone'. Deze krijgt een naamstoevoeging: "Santa Catarina". Uiteraard is deze palm afhankelijk van een voortduring van de reeks zachte winters én een stevige luchtige warmtebufferende bescherming, die liefst droog blijft. Verder is een droge standplaats zo zonnig mogelijk, een verdere vereiste. Een plant voor de ware gokker! Eigenlijk kansloos voor de volle grond.
Yucca's en Syagrus beschermd tegen de herfst en winternattigheid.
Syagrus in 'kerstsfeer'
Verkoop:
Planten:
Zaden:
Ortanique (U.S.)