De kerken van Mijzen en (het oude) Schermer

Deze pagina is onderdeel van een site. Als u links op uw scherm geen frame ziet met de inhoudsopgave en u wilt naar die site, klik dan op: HOME


De Mijzenkerk getekend door Pronk in 1725.

Het volgende artikel komt uit 'Een Nieuwe Chronyke', jrg. 20, nr. 3, sept. 2003. Een uitgave van de Oudheidkundige Vereniging 'Het Schermereiland'. Het artikel is geschreven door Dick Mantel.

''t water is onse moeder, wieg en bakermat'
Uit de eerste preek in de nieuwe kerk van Grootschermer in 1763 gehouden door David van der Hammen

De dorpskerk in Grootschermer.

Wat voor verband bestaat er tussen de verdwenen kerk in de Mijzen, de kerk van (oud) Schermer en de kerken van Schermerhorn en Grootschermer?


De dorpskerk in Grootschermer nu.

Over de kerken van Schermerhorn, die van (oud) Schermer en van Grootschermer bestaan nogal wat misverstanden. Vaak worden de kerken van Schermerhorn en Grootschermer verward met die van het (oude) Schermer. Met name zijn in de tekst van het informatiebord op de kerk in Schermerhorn nogal wat fouten geslopen. In 1450 werd er een nieuwe kerk in (oud) Schermer gebouwd, niet in Schermerhorn; in 1504 werd de kerk in Schermer vergroot, niet die in Grootschermer; in 1612 waaide het vast vreselijk hard, maar, voorzover de informatie strekt, stortte alleen de kerk van Schermer toen in, niet die van Schermerhorn en ook niet de kerk van Grootschermer.1

De kerken van Schermerhorn en Grootschermer stonden op hun huidige positie. Het kerkje van Mijzen stond midden in de Mijzen aan het einde van de Vrouwenweg en het kerkje van (oud) Schermer stond in 1612 op de plaats waar nu de molen de Havik staat. Het dorpje Schermer was gesitueerd langs de Oude Gouw, misschien in de eerste eeuwen na de ontginning van het veen meer westelijk. Voordat het kerkje in 1612 instortte zijn ongetwijfeld al vele bewoners van (oud) Schermer naar drogere oorden verhuisd, naar de Oude Zeedijk ten noorden van het huidige Grootschermer, naar Grootschermer (=Zuideinde van Schermer) zelf en naar Schermerhorn.

In dit artikel worden eerst de geschiedkundige feiten van de vier kerken vermeld, daarna wordt uitgebreid ingegaan op de kerk van Grootschermer. Met Schermer, ook wel het Noordeinde van Schermer genoemd, wordt in het vervolg het oude Schermer bedoeld.

De 'feiten' op een rij

De Mijzenkerk

De Mijzenkerk was net als de kerk van Schermer een dochterkerk van de kerk in Heiloo. Heiloo was één van de 'Echernachse kerken', dat wil zeggen één van de kerken die door Willibrord en zijn volgelingen zijn gesticht en die door Karel Martel aan Willibrord geschonken werden. Willibrord was toen abt van de abdij van Echternach, vandaar de naam.2 Zowel de kerk van Mijzen als die van Schermer dateren uit het begin van de 11e eeuw en zijn gesticht kort na de ontginning van het veengebied vanuit de veenriviertjes de Schermer (uit die ontginning ontstond het dorpje Schermer (Scirmere)) en vanuit de Leet (waaruit de Mijzen ontstond). In 1063 worden beide kerken al genoemd in een oorkonde van bisschop Willem I en ze staan ook vermeld in Echternachse gebedenlijsten uit die tijd.3 De Mijzenkerk was in 1347 nog een parochiekerk, maar aan het einde van de 14e eeuw was het een kapel geworden.4 In 1613 werd het kerkje nog vernieuwd, maar het kerkbezoek nam zodanig af dat het kerkje in 1745 werd afgebroken.5 De grafzerken werden in 1817 opgeruimd.6

De kerk van Schermer

Deze kerk is dus ongeveer in dezelfde tijd gesticht als het Mijzenkerkje. In 1296 werd de kerk vernieuwd en qua bouw sterk verbeterd. Niet meer 'op moeras', maar 'op 't Zand' 7 Een volgende vernieuwing volgde in 1450.8 De kerk uit 1450 stond waarschijnlijk op de plaats van de molen De Havik, misschien die van 1296 ook al. De kerk(en) daarvoor heeft (hebben) waarschijnlijk veel westelijker gestaan. In 1504 werd het kerkje op de plaats van De Havik nog vergroot.9 De bewoning aan de Oude Gouw, aan het einde waarvan het kerkje stond, was in die tijd waarschijnlijk al sterk afgenomen. Een groot deel van de kerkbezoekers (het een derde deel) woonde in 1514 al in Grootschermer (=het Zuideinde van Schermer).10 In 1612 stortte het kerkje in en in 1817 werd de bouwval afgebroken.11

Schermerhorn

In 1519 werd door de abt van Egmond, als patroon van de parochiekerk van Schermer en door Seger IJsbrandsz, pastoor van Schermer, aan 'die van Schermerhorn' toestemming gegeven een kapel te stichten.12 Deze kapel is waarschijnlijk in 1520 gebouwd (en niet in 1502!). Na het ineenstorten van de kerk van Schermer in 1612 werd de kerk (kapel) in Schermerhorn de 'parochie'-kerk van Schermer (men noemt het de parochiekerk, uiteraard was er in 1612 sprake van een protestante kerk). De kerk in Schermerhorn werd in 1614 vergroot en 'bleef zo staan wel twintig jaar, toen kon 't niet gaan want 't kerkje werd al veel te klein'. In 1634 werd het kerkje afgebroken, waarna in 1636 de huidige kerk tot stand kwam.13

Grootschermer

Onzeker is wanneer op de plaats van de huidige kerk de eerste kerk (kapel) werd gebouwd, waarschijnlijk twaalfde of dertiende eeuw. Op de reconstructiekaart 'Hollands Noorderkwartier in 1288' van G. de Vries Az staat in het Zuideinde van Schermer een parochiekerk vermeld. A. A. Beekman corrigeert dat op zijn reconstructiekaart 'Holland's Noorderkwartier in 1300' en vermeldt, waarschijnlijk terecht, dat er sprake was van een kapel vallend onder Schermer (in dit artikel wordt de benaming kapel gebruikt voor een niet zelfstandige kerk, ook na de reformatie). Beekman had meer kritiek op De Vries: deze zet op zijn kaart in De Rijp een kerk en dat is natuurlijk onjuist.14


Stuk van de kaart van Beekman.

Op zijn kaart tekent Beekman de kerk van Mijzen, de kerk van Schermer, de kapel van Grootschermer (aangegeven met drie pijlen). Verder de kerk van Graft. Schermerhorn is nog niet uitgegroeid tot een dorp. (een kruisje is een kerk en een rondje met kruisje erop een kapel)

Na de reformatie werd Grootschermer een aparte kerkelijke gemeente, tot 1620 gecombineerd met Schermer(horn). Pas in 1620 vond de officiële afscheiding plaats en kreeg Grootschermer zijn eerste eigen dominee, Christophorus Somerhoff.15 In 1651 werd de kerk vernieuwd.16 Op 15 juni 1762 werd de eerste steen gelegd voor de huidige kerk die op 26 juni 1763 in gebruik werd genomen door middel van de preek van dominee Van der Hammen. Daarover straks meer.

Samenvattend: het verband tussen de vier kerken

Het Mijzenkerkje en de Schermerkerk waren beide dochterkerken van de kerk in Heilloo. De kerken in Schermerhorn en Grootschermer vielen tot 1612 (het jaar van het ineenstorten van de oude Schermerkerk) onder de kerk van Schermer. Na de reformatie vormden de kerken van Schermer(horn) en van Grootschermer de zelfstandige gemeente Schermerhorn/ Grootschermer. Van 1612 tot 1620 was de kerk van Schermerhorn de 'parochie'-kerk en in 1620 kwam de splitsing tot stand. Schermerhorn en Grootschermer kregen ieder een eigen dominee.

De eerste predikanten

De eerste hervormde predikant was Simon Paulusz, die in 1574 beroepen werd en in Schermerhorn, Schermer en Grootschermer preekte (en misschien ook nog wel in het Mijzenkerkje). In de tijd van Jan Steengraft, die Simon Paulusz in 1584 opvolgde, vond in 1620 de splitsing tussen Schermerhorn en Grootschermer plaats. Steengraft bleef in Schermerhorn en Somerhoff was de eerste predikant in het zelfstandige Grootschermer.17

Het kerkje omstreeks 1740

Boomkamp bezocht het kerkje in die tijd en zag het volgende.18


De kerk van Grootschermerr getekend door Boomkamp in 1740.

In zijn boek 'De Stadt Alkmaar met Haare Dorpen; anno 1740 schrijft hij:

Dit dorp legt 2200 Rijnlandsche roeden ten o.z.o van Alkmaar, de kerk is lang 104 en wijt 46 voeten. De toorn is hoog 80 voet, op welker klok men geschreven vindt: Assverus Coster me fecit Amstelredami. Dirk Klaesz Scheepen en Jan Lubbertsz vroedschap der dorpe Schermer. Boven den ingang van de kerk hangt een bort waer op: Romeinen 10 Ps 14-17 daer onder: Wie hier na doet en gods woort hoort en van harten gelooft. Die wert van zijn zaligheid niet berooft Dat men 1616 heeft geschreeven is dit bort in die kerke gegeeven Boven het bort der graven: Hier staen getekendt in dit perk 't getal der graven in die kerk.

Het huidige dorpskerkje in Grootschermer


De voorganger van het huidige kerkje in Grootschermer, getekend door Andries Schoemaker in 1726 (Atlas Schoemaker; KOG Amsterdam).

Zoals te lezen valt op een van de grafstenen in de kerk is het huidige kerkje op de plaats gekomen van een ongeveer 100 jaar oud kerkje (van 1651).

Tekst op de steen:

Hier leijt begraven Cornelis Kolles van Driehuijsen is in Zuidschermer geweest Schepen en Vroetschap, en Heemraad van de Uitwaterende sluijsen in Kennemerland en Westvriesland. Hij heeft Suijtschermer kerk gestight en oock het Schermer gerechtplaats. Hij is gerust Anno 1657, was 67 jaar.

Op de steen boven de ingang van de kerk staat dat de eeste steen op 15 juni 1762 gelegd werd door de zoon van dominee David van der Hammen, de vijfjarige David Leonardus van der Hammen, die later zijn vader als dominee opvolgde. De maker van dit gedicht is dominee Adrianus Wolff, de echtgenoot van Betje Wolff.


Steen boven de ingang van de kerk in Grootschermer.

Het interieur van het huidige kerkje is grotendeels afkomstig uit het kerkje van 1651.


De preeksstoel in de kerk van Grootschermer.

Een opsomming van het interieur:
Een schitterende zeskantige preekstoel (daterend uit ongeveer 1620) met vijf Oud-Testamentische voorstellingen.
Hieronder de preekstoel met de panelen 1 tot en met 5; nummering van links naar rechts staande voor de preekstoel met de rug naar het orgel. Paneel 6 is onzichtbaar omdat het aan de achterkant van de preekstoel zit.


Paneel 1 en 2.


Paneel 3 en 4.


Paneel 5 en tekst.


De koperen doopboog op het eiken doophek met het gemeentewapen tussen dolfijnen.
De twee predikstoellezenaars.
De voorzangerslezenaar.
De koperen kaarskronen (één met 12 blakers en twee met 6)
Het doopbekken
Twee kaarsenhouders met blaker
De rondboogvensters
Het fraaie orgel dat dateert uit 1864 en dat gebouwd is door F. Naber en gerestaureerd van 1978 tot 1980 door orgelbouwer Vermeulen uit Alkmaar.


De Mijzenkerk getekend door Pronk in 1725.

Vanaf 1970

Met ingang van 1 januari 1978 werd Grootschermer met Schermerhorn gecombineerd, de andere combinaties waren Noordschermer (Stompetoren)/Oterleek en Zuidschermer/Driehuizen. In ieder van deze combinaties had ieder dorp een afzonderlijke kerkeraad, maar er was één predikant per combinatie.

Van 1978 tot 1980 werd de kerk in Grootschermer grondig gerestaureerd. De toren werd helemaal vernieuwd, de torenhaan (van de kerk uit 1651!!) geeft als vanouds de windrichting aan en de klok slaat weer op de hele en halve uren. Het 17e eeuwse uurwerk is prachtig gerestaureerd. De wijzerplaat aan de oostkant is groter om de tijdsaanduiding zichtbaar te maken voor de werkers in de Eilandspolder.

Op vrijdag 31 oktober 1980 vond de openingsceremonie plaats van het gerestaureerde kerkgebouw en op zondag 2 november 1980 de weer-in-gebruik-nemings-kerkdienst met als voorganger Ds. J.D.Kila.19 Op 1 januari 1983 werden Grootschermer, Schermerhorn. Stompetoren, Oterleek, Zuidschermer en Driehuizen samengevoegd tot één gemeente, de gemeente 'Schermer', met één predikantsplaats.20

Sinds 1970 bestaat er een nauwe samenwerking tussen de gereformeerde en de hervormde kerken, dit resulteerde in 1995 tot het ontstaan van de Samen Op Weg (S.O.W.) gemeente Schermer e.o. 21Eén keer per jaar vindt er nu nog een kerkdienst plaats in het Grootschermer kerkje.

De Stichting tot Behoud en Exploitatie van de Dorpskerk te Grootschermer zorgt op een goede manier voor het onderhoud en daarmee de instandhouding van de kerk. Op een heel creatieve manier zorgt zij, door het organiseren van activiteiten, dat er geld binnenkomt. Zo vinden er in de zomermaanden exposities plaats, waarbij een deel van de verkoopopbrengst naar de kerk gaat. Beroemd zijn verder de 'Podium onder de Toren' avonden met concerten en cabaretvoorstellingen. De kerk kan ook gehuurd worden voor lezingen, jubilea, reünies en dergelijke.

Naamlijst van predikanten22

Simon Paulusz 1574-1583
J. Steengraft 1584-1620
C. Somerhoff 1620-1647
J. Best 1648-1656
L. v.d. Meer 1656-1681
R. Brouwer 1682-1692
B. v.d. Kolck 1692-1708
J. Schermer 1709-1710
Th. Croeser 1711-1729
G. Buis 1730-1748
D. v.d. Hammen 1748-1782
D.L. v.d. Hammen 1783-1788
J. Warmelo 1788-1789
W. Suermond 1790-1795
A.R. Maurer 1795-1835
H. Greve 1835-1879
H.G. Kist 1880-1884
W.A. v.d. Scheer 1884-1886
J.S. King 1886-1892
R. Schaaff 1894-1897
Vacant 1897-1902
G.J.A. Offerhaus 1902-1908
F.A. Franee 1909-1913
F.L. Castelein 1915-1920
J. Brinkerink 1938-1940
F. Bobeldijk 1941-1946
W.A. Kastein en
H. U. Albertz 1946-1954
(in samenwerking met Graft, De Rijp en Driehuizen)
Vacant 1954-1971
(gedurende enige tijd pastoraal werk door godsdienst-onderwijzer H.U. Albertz en het echtpaar Van der Bunt (toen theologie studenten)
J. H. Uytenbogaardt 1971-1978
L. v.d. Meer 1981-1987
Prop. A.G. Oosterhof 1988-1998
J. W. Bakker 1989-1994
S. H. Hoogendijk 1996-

De eerste preek in het huidige kerkje, gehouden door dominee Van der Hammen23

Het huidige kerkje werd op 26 juni 1763 ingewijd. Op die dag werden twee preken gehouden: des Voormiddags ging de preek, die gehouden werd door de toenmalige dominee David van der Hammen, over psalm 96 vers 7 en 8. Des Namiddags preekte zijn zwager Michaël Verboom, dominee in Edam, over psalm 192, vers 17, 18 en 19. Beide preken werden in 1763 door Jacobus Loveringh, Boekverkoper op den Nieuwen Dijk, het 2 de huis van den Dam, uitgegeven onder de titel Neerlands liefderijkheid, aangetoond in twee leerredenen.

Van der Hammen schrijft in de uitgave van Loveringh dat hij er eigenlijk niet voor is dat een enkele preek wordt uitgegeven, maar dat het soms niet onnuttig of onaangenaam kan gebeurt worden, dat ook zelfs een enkele Predik-stof door den druk gemeen gemaakt en nagelaten word niet alleen ter nagedagtenis en herkauwing door kinderen en kindskinderen, opdat ze nooit in vergetelheid geraken, maar ook tot de eeuwige lof en roem van den grooten Heer van zijn Kerke.

In de voor-af-spraak zegt hij o.a. : o! dat ook een wolke van hemelsche zegeningen dit nieuw gebouwde huis des Heeren overdekken en vervullen mogte, dat de hoog-verheven Koning van sijne Kerk sijnen zegenende rijkstaf nu paren wilde met 't geklank des Evangeliums! Dat dat lieflijk aangezigte over ons ligte! Ja ook mij met nieuwe hoedanigheden bekroonde, om kragtig door te breken in uwe harten, opdat er dus veel kinderkens in dit Schermersche Zion mogten geboren worden!.

Na deze voor-af-spraak wordt psalm 96 vers 7 en 8 gelezen, waarna Van der Hammen in de zogenaamde toepassing herinnert aan slechtere tijden: wat souden onse vaders ten tijde der reformatie al gegeven hebben, als sij 't hadden mogen genieten. Toen liep men met hoopen, om Gods woord te horen, op open velden, in holen, in spelonken der aarde. Men ging uuren ver en dat op 't gevaar van 't leven, geen bloed-placaten nog den wreedsten martel-dood ontziende ....

Een boeiend stuk van de preek is het deel waarin Van der Hammen zich in de historie begeeft: deese plegtigheid nu heb ik gewillig op mij als uwen Leeraar genomen, schoon menigmaal verlegen, omdat ik mij soo ontbloot vond van de nodige aentekeningen ontrent de ware gesteltheid van deese plaats en dit Eiland om dus aen mijn bestek te voldoen, want dit Schermer-eiland is als bij toeval in de Wereld gekomen. Het is in sijn opkomst geweest als Moses in een biesen-kistken, op 't water swemmende en allenskens sijn hooft opheffende, geringe visschen sullen desselfs eerste aenleggers geweest zijn. Het water is onse moeder, wieg en bakermat. Verwagt niet dat wij u thans eens toonen sullen hoe dit Schermer-Eiland plagt te leggen, zoo dat er niemant woonde dan alleen de Zomers eenige menschen van Akersloot, die hier turf spitteden en baggerden veen op uit de Sloten; en op 't land, dat goed was, weiden sij de beesten, schuilende voor die tijd in tenten en hutjes en keerende tegen 't aennaderen van de winter, wegens 't hooge Water, met hun turf en koeyen weder naar Akersloot.

En hoe in vervolg van tijd er menschen quamen die er huizen begonden te bouwen, ja sig afdijkten met kleine Kadijken om Zomer en Winter over te blijven. Denk ook niet dat wij van desselfs benaming, verdere opkomst, droogmaking en bedijking spreken sullen, als zijnde dingen die buiten mijn bestek zijn, maar bepaal mij liever wegens mijn tegenwoordige betrekking tot de bouwing en schikking der Godsdienst-huisen en daar ontrent zijn wij kundig geworden.

Dat op Schermer ('t welk 't oudste dorp is op 't Schermereiland) al in den jare 1296 eene nieuwe Kerk op 't Zand wierd gebout, veel beter dan de oude, die de voorouders op Moeras hadden geboud, bij welke Parochiekerk een Kruisschbroeders- klooster wierd getimmert, dat naderhand vernielt is. Op Schermerhorn stonden eenige hutten, ook had 't even als nieuw Schermer niet meer dan een Capel, maar toen de Kerk van Oud-Schermer in den jare 1612 omvergewaeyt, of ingestort was, waar van de vervalle muuren nog te zien zijn, is die Capel in 't jaar 1614 vergroot, daerna afgebroken en 20 jaren later een nieuwe Kerk, welke deese tegenwoordig is, geboud.

Onder Groot-Schermer behoorde dan wel eer Schermerhorn en 't oude vervalle Schermer-Kerkje, wordende Groot-Schermer met Schermerhorn van 't jaar 1574 tot 1620 door een Predikant bediend zijnde na 't begin der reformatie. Eenen Simon Paulusz. beroepen in den jare 1574 en vertrokken na Uitgeest in 't jaar 1583. Deese is opgevolgt door Jan Steengraft beroepen in den jare 1584: in sijn tijd is Schermerhorn gescheiden van Groot-Schermer en verkregen ieder een bijsonder Predikant, dog deese bleef toen op Schermerhorn.

Zedert deese scheiding hebben alhier als Predikant gestaen.

1. Christophorus Christophori Somerhoff beroepen anno 1620, gesturven 1647. 2. Jan Best beroepen anno 1648 en vertrokken na Utregt in de Engelsche Kerk anno 1655. 3. Ludovicus van der Meer beroepen anno 1655. 4. Regnerus Brouwer beroepen anno 1682. 5. Bernardus van Kolk beroepen anno 1699 en vertrokken na Schagen anno 1708. 6. Jacobus Schermer beroepen anno 1709 en vertrokken na Berg-ambagt anno 1710. 7. Theodorus Croeser beroepen anno 1711 en vertrokken na Sappemeer anno 1730. 8. Gerardus Buis beroepen anno 1730 en van sijnen dienst afgestaan anno 1748. 9. Wiens uitgetoge Priester-rok ik aentoog in dat selfde jaar 1748.

De reden voor de nieuwbouw was volgens Van der Hammen dat een bouwkundige gewis oordeelde dat dat groote gebouw, door sijne boven veroudert overwigt, onverwagt en haastig mogt instorten.

De laatste preek in de oude kerk was niet door Van der Hammen gehouden maar, zoals Van der Hammen vermeldt, door een mijner geliefde naburen, de Wel-Eerwaarde Heer van Berkhout, Predikant te Schermerhorn. Van der Hammen zegt in zijn preek dat hij toen ziek was: het behaagde de Heere, die tot alle bedroevingen wijse en heilige redenen heeft, mij door een sware ziekte aan mijn leger-stede vast te binden. Na vele slapelose nagten, vol met angst berooft te worden van 't overige mijner jaren genas Van der Hammen, dog zoo dat eene gevaarlijke borst-quaal mij bijbleef'. Maar 'hoe wonder was ook in deese mij de weg van Gods voorzienigheid, die 't zoo bestierde dat ik door een sware val ogenblikkelijk van mijn borst-quaal verlost en mijn dije-been gebroken wierd... Van dat ogenblik wierd ik gezond en genas in de d'armen van Gods voorzienigheid.

Van der Hammen moet niets van Paapsche-kermis feesten en St. Nikolaas avonden hebben en laat daarover een duidelijke oproep klinken: en worden heden-daags stigtingen van deesen aerd op jaarlijksche soo genaemde Kermissen seer ontheiligt, laat zulks noyt meer van u geschieden of van uwe Kinderen. En hebt geen de minste gemeinschap met zulke onvrugtbare werken der duisternisse, want de steenen van dit huis, deesen Predikstoel sou tegen u getuigen in dien ontzaggelijke dag! En daarom Mijne Gemeinte die soo geern Paapsche Kermis feesten en St. Nikolaas avonden houd en dat ook uwe Kinderen leert, doet dat bose nu uit 't midden van u weg en dat bidden wij in Jesu naem op deesen plegtigen dag niet alleen van u, maar ook van onse Overigheid.

Aan het eind van zijn rede bedankt Van der Hammen alles en iedereen en zijn laatste woorden zijn: eindelijk geve ik U met uitbreidinge mijns harten en handen dien zegen, waar mede Salomo Israël zegende, bij de plegtige inwijdinge des tempels. De Heere onse God zij met ons, gelijk als hij geweest is met onse Vaderen. Hij verlate ons niet, hij begeve ons niet. AMEN.

Verantwoording van de afbeeldingen:

Het eerste kaartje is een stukje van de reconstructiekaart van Beekman, 'Holland's Noorderkwartier in 1300'. De foto's van het interieur van de kerk van Grootschermer zijn, met toestemming van de Stichting tot Behoud en Exploitatie van de Dorpskerk, genomen door de auteur van dit artikel.

Literatuurverwijzingen:

1. Memoriebord in de Grote Kerk van Schermerhorn
2. A. H. van Berkum 1993 (De vijf Hollandse kerken van Sint Willibrord; Egmond tussen Kerk en Wereld; Egmondse Studiën 2)
3. A. C. F. Koch 1970 (Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299) en D. P. Blok 1974 (De Hollandse en Friese kerken van Echternach; Naamkunde 6e jaargang)
4. S. Muller Hzn 1921 (Geschiedkundige Atlas van Nederland; De Kerkelijke indeeling omstreeks 1550 tevens kloosterkaart, deel I Het Bisdom Utrecht)
5. Boomcamp 1740 (De Stadt Alkmaar met Haare Dorpen; anno 1740); Regionaal Archief Alkmaar (RAA)
6. A. J. van der Aa 1839 (Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden; deel 10), blz. 967
7. D. van der Hammen 1763 (Neerlands Liefderijkheid; uitgegeven door Jacobus Loveringh), blz. 16; Universiteitsbibliotheek Amsterdam
8. Memoriebord in de Grote Kerk van Schermerhorn
9. Idem
10. R. Fruin 1866 (Informacie enz.), blz. 139
11. A. J. van der Aa 1839 (Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden; deel 10), blz. 147
12. H. Obreen 1912 (Haecmundensia; Bijdragen voor de Geschiedenis van het Bisdom van Haarlem (BBH), 1912), blz. 203; Rijksarchief Noord-Holland (Haarlem)
13. Memoriebord in de Grote Kerk van Schermerhorn
14. A. A. Beekman 1916 (Holland, Zeeland en West-Friesland in 1300; deel I Holland's Noorderkwartier; Geschiedkundige Atlas van Nederland)
15. Archief Gemeente Schermer; Inleiding inventaris van de archieven der hervormde gemeente Grootschermer (65.4 (2)), blz. 1; RAA
16. P. Schuurman 1940 (Het Schermereiland; West-Friesland Oud en Nieuw (WFON); nr. 14), blz. 116
17. A. J. van der Aa 1839 (Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden; deel 10), blz. 148
18. Boomcamp 1740 (De Stadt Alkmaar met Haare Dorpen)
19. Archief Gemeente Schermer; Inleiding inventaris van de archieven der hervormde gemeente Grootschermer (65.4 (2)), blz. 3; RAA
20. Idem
21. Informatiebord in de kerk van Stompetoren
22. Archief Gemeente Schermer; inventaris van de hervormde gemeente Grootschermer (65.4 (2)); inv. nr. 8 en informatiebord in de kerk in Stompetoren
23. D. van der Hammen 1763 (Neerlands Liefderijkheid; uitgegeven door Jacobus Loveringh); Universiteitsbibliotheek Amsterdam

Dick Mantel

Klik voor het vervolg ('Een Nieuwe Chronyke') op de roll-over die hieronder staat.