Ontstaan van het Schermereiland

Deze pagina is onderdeel van een site. Als u links op uw scherm geen frame ziet met de inhoudsopgave en u wilt naar die site, klik dan op: HOME

Het Schermereiland ontleent zijn naam aan de tijd de tijd dat de huidige Eilandspolder een (schier)eiland was met de naam ' 't Schermer Eylandt', met aan de westkant het meer de Schermer, aan de oostkant de Beemster en aan de zuidkant het Starnmeer. In het vervolg van deze beschrijving zal voor ' 't Schermer Eylandt' gewoon 'Schermereiland' worden gebruikt. Eigenlijk vormde het Schermereiland één geheel met 'Mijsen' (de Mijzenpolder), alleen het verbindingswater tussen Beemster en Schermer, het Zwet, scheidde de twee. Bestuurlijk bestond er lang geleden een band tussen het noordelijk deel van het Schermereiland en het zuidwestelijk deel van de Mijzen. Waarschijnlijk is het Schermereiland in het midden van de dertiende eeuw ontstaan.


De ontginning van de veen- en kleistreken in Kennemerland. Uit: De Cock (1965).

Zelden heeft de mens in de historie zo'n grote invloed op zijn leefomgeving uitgeoefend als bij de 'Grote Ontginning'. Vanaf ongeveer 950 na Chr. trokken, wat ons gebied betreft, de boeren uit de omgeving van Oudorp/Heiloo en Limmen/Uitgeest het enorme veengebied in dat toen praktisch heel Noord-Holland bedekte. De omstandigheden om de veengebieden in gebruik te nemen (het veengebied te ontginnen) waren toen gunstig: het was droog en warm en er was sprake van een betere natuurlijke ontwatering van het veengebied. Deze factoren zorgde ervoor dat er een zekere verdroging van de bovenlaag van het veen optrad. De veengebieden werden toegankelijk. Daar kwam bij dat er een grote behoefte was aan nieuw land omdat de kustgebieden slechter te gebruiken waren door zandverstuivingen die de Jonge Duinen deden ontstaan.

Om het veengebied in gebruik te kunnen nemen als bouwland was een ingrijpende ontwatering nodig en door die ontwatering ontstond er inklinking en oxidatie, waardoor op den duur weer een grotere ontwatering nodig was. Deze door de mens in gang gezette cyclus leidde tot een aanzienlijke maaivelddaling die, gecombineerd met een hoger zeepeil en vaak voorkomende hevige stormen, in de dertiende en veertiende eeuw leidde tot veel wateroverlast en tot de uitbreiding van de veenstromen tot enorme meren. Door het aanleggen van dijken en later het gebruik van molens werd het gevaar bedwongen. De Hollanders werden de beroemdste dijken- en molenbouwers van de wereld. De noodzaak om zich daartoe te ontwikkelen hadden zij over zichzelf afgeroepen. Later kon de geperfectioneerde windwatermolen gebruikt worden om weer land op het water terug te winnen. Globaal gesproken was er van ± 1150 tot ± 1550 sprake van een defensieve strijd tegen het water, in de periode daarna van ± 1550 tot ± 1650 was er sprake van een offensieve strijd.

De dorpen in het gebied van de gemeenten Graft-De Rijp en Schermer kunnen in drie categorieën worden ingedeeld: de dorpen die ontstonden bij de eerste ontginning, nederzettingen met een agrarisch doel en de dorpen die bij de twee latere omdijkingen ontstonden en soms een andere dan een agrarische ontstaansreden hadden. Tot de eerste categorie horen de in 950 à 1000 na Chr. ontstane dorpen: Schermer (later verdwenen door het geweld van de Schermer, waarbij de bevolking naar Schermerhorn en Grootschermer trok), Westmijzen (nu als dorp niet meer bestaand, vroeger liggend langs de oevers van de Gouw in de polder Mijzen), Oterleek en Markenbinnen. Het ontstaan van Graft moet in die categorie iets later gedateerd worden (± 1050 na Chr., waarschijnlijk in eerste instantie oostelijker gelegen). Graft werd op zijn huidige plaats gebouwd bij de bedijking van de Binnenmaden (zie bij ontginning en bedijking), in de laatste helft van de 13e eeuw. Toen ontstond ook het Noordeinde van Graft. Tot de categorie 'Binnenmaden-bedijkings-dorpen' horen ook: Schermerhorn (de Horn, in ± 1300 als vissersdorp ontstaan), Grootschermer (Zuid-Schermer of het Zuideinde van Schermer, ontstaan in de laatste helft van de 13e eeuw en later toevluchtsoord voor de bewoners van Schermer, toen het daar te nat werd), De Rijp (begin 14e eeuw, ontstaan als vissers-/haven- en handelsplaats). Bij de bedijking van de Buitenmaden ontstond de laatste categorie dorpen (de 'Buitenmaden-bedijkings-dorpen'): Driehuizen (in 1603 de eerste drie huizen), West- en Oost-Graftdijk (in ± 1650), met een bevolking die in de eerste tijd leefde van visserij en veeteelt. Na de droogmaking van de Schermer ontstonden Stompetoren (eerst De Buurt geheten; in ± 1650) en in dezelfde tijd Zuidschermer. De Starnmeer werd in 1643 drooggelegd.

De verantwoording van de jaartallen e.d. die in deze samenvatting genoemd worden is, in de vorm van noten, te vinden in de vervolgtekst.

Klik voor het vervolg ('ontginning en bedijking') op de roll-over die hieronder staat.