Ik had er nog nooit van gehoord: "De Kokoseilanden". Die worden genoemd als de mogelijke oplossing in de kwestie van het dieronwaardige gezeul met de oorspronkelijk 50.000 levende vlees-schapen uit Australie. De schapen bevinden zich aan boord van het Nederlandse schip de "Lifestock Express". Wegens een vermeende (?) besmettelijke ziekte zijn ze kennelijk nergens meer welkom. Waarom willen de Kokoseilanden ze wel en andere landen niet?. Is het omdat ze daar kokos met schapenvlees als het nationale gerecht op het menu hebben staan?. Wie het weet mag het zeggen maar feit is dat op de eilanden maar circa
650 mensen wonen. Of te wel zo`n dikke
zeventig schapen de man/vrouw!
Lijkt me wel wat veel van het goede......
De Kokos- of Keelingeilanden bevinden zich in de stille oceaan, iets bezuiden Indonesie, maar toch ver uit de buurt van alle andere eilanden en continenten. De groep bestaat uit twee atollen met een totale landmassa van nauwelijks 14 km2. Het merendeel van de eilanden zijn onbewoonde koraalrotsen. Twee eilanden echter, Home island en West Island house zijn groot genoeg om samen een kleine eilandbevolking te huisvesten en te onderhouden, wat ze dan ook doen.
De eilanden werden in 1609 ontdekt door een zekere capitein Keeling. In 1632 toont de Nederlander Hessel Gerritsz ze op een zeekaart onder de naam 'Cocos Eylanden'. Latere zeekaarten tonen de eilanden eens als de Kokos-, dan weer als de Keelingeilanden.
In 1826 vestigde een zekere Alexander Hare, een engelsman zich op Hornsburg Island om er een kokosplantage te beginnen. Met hem bracht hij een bevolking van Sumatraanse en Maleise boeren en zeemannen.
Hare stierf in 1832. Intussen had echter John Cluny-Ross, kapitein op één van Hare's handelsschepen zijn gezin overgebracht naar South Island en er op eigen houtje een plantage begnnen. Gedurende de volgende 150 jaren spreidde het copra- en cocosoliebedrijf van de familie Cluny zich uit over alle eilanden.
Vandaag worden de eilanden bewoond door zo'n
650 mensen. Het merendeel woont op Home Island en stamt af van de oorspronkelijke plantagewerklieden. Samen vormen zij een levendige mengeling van alle culturen en tradities van de Stille oceaan. Naast het Engels spreken ze een kleurrijk dialekt van het Maleis.
Het klimaat van de eilanden is heet en vochtig, maar een overvloed aan bomen en een lichte zeebries zorgen ervoor dat de hitte dragelijk blijft.
T'is maar dat u het weet.......