MENU:

|
De straat
Alles over de geschiedenis van de "roemruchte" Jeustraat.
bron
Wim Muys:
Vroeger (begin 20e eeuw)
stonden slechts een paar kleine huisjes verdeeld over de straat. Die waren
bedoeld voor de boeren-knechten, de "Jeu's".&
bron Huub Fober:
De naam Jeu stamt af van de Jude (Joden), verbasterd naar Jeu's die hier gewoond zouden hebben.
bron John Janssen:
naam Jeu stamt af van de Joden, als
je deze foto in Maastricht ziet, tegenover VVV-gebouw.
Jäöstraot(in dialect)=Jodenstraat(in abn)

bron Wiel Leufkens:
OnderOns april 2005
met toestemming Dick Gebuys
Even terug
bladeren - de Jeustraat - |
Zoals te zien is in het document van huizentelling uit 1526
zijn enkele
plaatselijke benamingen vermeld. Het was opvallend, dat alleen de Jeustraat als straat werd betiteld, hetgeen terecht lijkt, aangezien
aan het einde, op Puth, het voor heel Voerendaal van belang zijnde
Jeu (spel) gespeeld werd: het spel van handel in natura ten aanzien
van het wereldlijke (onroerende) goed. Daar werden in het Jeuboek de
diverse transacties vastgelegd. Voor het kerkelijk goed werd deze
handel het Kerspel of Kerkspel of ook de Kerkfabriek
genoemd en werden de transacties in een register aangetekend.
Beide boeken zijn in het Archief te Maastricht te vinden. Na het
sluiten van het Partage(verdeel) verdrag in 1661 tussen de Staten-Generaal
en Spanje kwam aan dit systeem een einde, door het gebruik van
geldeenheden. De Staten-Generaal benoemde een Notaris, die de diverse
transacties van koop en verkoop voortaan schriftelijk, in akten
noteerde. De opeenvolgende drie generaties notarissen Swildens woonden
in huizen, die stonden op de plaats waar nu het H. Hartbeeld staat. De
achterkant stond pal voor de achteruitgang van de kerk, zodat zij
vanuit hun huis konden luisteren of de Pastoor geen woorden in zijn
preek gebruikte die tegen het Haagse regime waren gericht. Toen in
1792 de Franse revolutionaire legers naderden namen zij de vlucht en
keerden ze hier niet meer terug. Rond 1934 werden deze huizen
afgebroken. Ik heb er nog verstoppertje in gespeeld. De laatste
bewoners, Meyers, bouwden aan de Heerlerweg, op de hoek met de
Kunderberg, het huis met het strooien dak. Bovendien lag in 1526 aan
de Jeustraat het voor de voedselvoorziening belangrijke gebouw van de
Puttermolen, waar het hoofdvoedsel van die tijd een eerste bewerking
onderging. Nadat de laatste molenaar, Jacq. Klinkenberg uit de
Keerberg; rondom 1955 zijn werkzaamheden had gestaakt, verviel de
historische watermolen tot een ruïne en werden daarvan de stenen en
andere nog bruikbare materialen weggehaald. Ik was erbij toen een
buurtbewoner er nog een hardstenen dorpel ontdekte; toen die door hem
mee naar huis werd genomen. Uit historisch oogpunt had dit belangrijke
gebouw natuurlijk bewaard moeten blijven. In 1526 (en nu nog) had de
Jeustraat een doodlopende zijtak, waar "een hoeff genannt die
Diepten van de Heer Hoen" was gelegen. Op die plaats verdween het
water van Ubachsberg en van de Colmonder- of Winthagerbeek in de
diepte van de put van Puth. |
Uiteraard bestond in die tijd
reeds 'de dijck van de meulen' met daarop de Meulenweg, die dit
water opving, anders kon de Puttermolen niet draaien. Aan het einde
van de Molenweg, langs het toenmalige deel van de Jeustraat (dat na de
bouw van de Baneberg bij de Putterweg werd ingelijfd) lag een grote
met knotwilgen omgeven, niet wel-riekende molenvijver, die nu
gedempt is. Rond 1934 bestond de buurtschap In gen Deepte uit een
drietal huizen, waarvan het laatste bewoond werd door de weesjongens
Severens.
Het huishouden werd, na het overlijden van de ouders, bestuurd door
een ongehuwde broer van hun moeder, Nonk Scherpenzeel. Toen wij met
ons gezin in 1934 vanaf de Tenelenweg naar de Jeustraat verhuisden om
het snoep- en sigarenwinkeltje van Antje Smeets-Muijs over te nemen,
hoorde ik vanaf In gen Deepte voetbalgeluiden.
Ik ging erop af en zag daar wat oudere jongens tegen een bal aan
trappen, op een soort trapveldje vóór huize Severens.
De geïmproviseerde goal lag pal voor het huiskamervenster, alleen maar
afgeschermd door een lage heg. De legendarische doelman van
voetbalclub Voerendaal - Johan Wijnen - stond in het doel. Op een gegeven
moment kreeg ik de bal vrij voor de voeten. Ik schoot keihard in. Johan kreeg de bal niet gehouden. Hij vloog bij Severens dwars door de
ruit. Ik was zeer ontdaan en zag de veldwachter reeds bij mijn moeder
thuis om proces verbaal op te maken, wegens vernieling van andermans
goed. Willem, Toon, Hein of Jüp Severens kwamen meteen op mij af, niet
om mij te straffen, doch om mij te troosten met de woorden: "Maak je
maar niet ongerust; dit komt iedere week wel een keer voor! Der Nonk
houdt daar al rekening mee. Die heeft enkele ruiten op voorraad!" En
inderdaad, toen ik mijn laatste tranen had gedroogd kon ik nog net
zien, dat hij met een nieuwe ruit kwam aansjouwen en dus werd het spel
hervat. Er werd weer op goal geschoten dat het rammelde. Kennelijk
werd erop gerekend, dat Johan geen bal meer door liet. Vanaf die
eerste dag Jeustraat was ik 'de Kanon'. Als ik langs het graf van Nonk
Scherpenzeel kom moet ik altijd aan Hein denken. Hij zorgde niet
alleen goed voor de jongens Severens, doch hij zorgde ook voor een
gezellige sfeer voor de buurkinderen van In gen Deepte. Als hij eens
niets te doen had zat hij bij mooi weer op de bank voor het huis en
kon je rustig bij hem gaan zitten. Hij had altijd wel iets
interessants over vroeger te vertellen.
Wiel Leufkens
|
Heeft U nog een andere verklaring
voor de naam c.q. oorsprong / geschiedenis van de Jeustraat, heeft U oude
foto's van deze straat, neem contact op met het Jeustraat-comite, en
we zullen deze toevoegen aan deze website.
Dit kan uiteraard persoonlijk of via e-mail hier
links.
|
|