Bible Explorer
Zoekt en je zal vinden.
Algemeen
Historisch boek
Christus Jezus
Bijbel
Bijbelboeken
Bijbelonderzoek
Hoe is de BIJBEL ontstaan?
VERTALINGEN
|
De vroegste Bijbelvertalingen ontstonden in de 3e eeuw voor Christus in Egypte. In die tijd werd de Hebreeuwse Oude Testament in het Grieks vertaald. Vervolgens de overlevering werkten 70 joodse geleerden aan deze taak, wat in de titel van deze versie tot uitdrukking komt: De Septuagint (Latijnse taal: ‘Septuaginta’ = Zeventig).
Toen Christus Jezus leefde, was de Griekse taal de universele taal. Deze werd voorbij gestreefd door de Latijnse taal, door de expansie van het Romeinse Rijk. In het midden van de 3e eeuw verschenen er delen van het Nieuwe Testament in de Koptische, Latijnse en Syrische taal. Al snel werden de verschillende Latijnse fragmenten bijeen gevoegd. Later herzag de Bisschop van Milaan, Hiëronymus (345-419) deze vertaling op verzoek van de Paus. Deze revisie is de bekende Vulgata (382). Deze Vulgata was de BIJBEL van de Middeleeuwse kerk, die voor veel Rooms Katholieken ver na de reformatie nog autoriteit bezat.
In 1516 verscheen een Nieuw Testament in de Griekse Taal van de hand van Desiderius Erasmus. Ondanks het feit dat deze uitgave was gebaseerd op vrij jonge handschriften, waarin zelfs een klein gedeelte van het boek Openbaring ontbrak, heeft dit werk van Erasmus een enorme invloed gehad. Het ontbrekende deel moest Erasmus terugvertalen uit de Vulgaat. Die invloed was des te groter dankzij de mogelijkheid het boek in druk te laten verschijnen. De boekdrukkunst werd omstreek 1450 uitgevonden. De Griekse tekst van de Erasmus-uitgave vormde de grondslag voor de Duitse verlating van Maarten Luther. Maar ook voor belangrijke vertalingen in de Franse taal en voor de invloedrijke uitgaven van het Griekse Nieuwe Testament door de gebroeders Elsevier te Amsterdam (in 1624 en 1633).
De eerste gedrukte uitgave van de BIJBEL in de Nederlandse taal stamt uit 1477. Het boek, een 2-delige uitgave van het Oude Testament, zonder de Psalmen, is in Delft uitgegeven en draagt daarom de naam de Delftse BIJBEL.
Naarmate de Reformatie steeds meer voet aan de grond kreeg, ontstond er onder de Protestanten een groeiende behoefte aan een getrouwe Bijbelvertaling, rechtstreeks uit de grondtalen. In Nederlands nam de Generale Synode van Dordrecht het principebesluit zo’n vertaling te laten maken. Deze kwam bijeen in 1618-1619. In 1637 verscheen de 1e druk van deze Statenvertaling. Deze vertaling werd zo genoemd, omdat de kosten van het project in belangrijke mate door de Staten Generaal werden gedragen. De kosten voor dat er kon worden gedrukt bedroegen ca. 75.000 gulden. In Protestantse kringen verwierf deze Statenvertaling met haar kanttekeningen al gauw groot gezag. De invloed reikte verder dan alleen de kerk. De Statenvertaling heeft op de vorming van de Nederlandse taal en het hele volksleven een enorme invloed gehad. Gemeten naar de maatstaven van die tijd, mag deze vertaling gerust een meesterwerk worden genoemd. Pas in 1977 verscheen er een herziene uitgave, onder de naam Statenvertaling Editie 1977. De Rooms Katholieken in Nederland bleven tot ver in de 19e eeuw vasthouden aan de Leuvense BIJBEL, een vertaling uit 1599.
Al in de loop van de 19e eeuw begonnen zowel Protestanten als Rooms-katholieken behoefte te voelen aan een modernere Bijbelvertaling. In 1830 verscheen een tamelijk ingrijpende herziening van de Statenvertaling, verzorgd door J.H. van der Palm en in 1868 een nieuwe vertaling van het Nieuwe Testament, uit de grondtekst vertaald in opdracht van de Algemene Synode der Nederlands Hervormde Kerk. Het zou echter nog tot in de 20e eeuw duren, voordat er algemeen geaccepteerde opvolgers waren voor de oude vertalingen.
In 1906 verscheen voor het Rooms-katholieken volksdeel een gedeeltelijk nieuwe vertaling van het Nieuwe Testament, uitgebracht door de apologetische vereniging ‘Petrus Canisius’. In 1939 werd de uitgave van deze Canisiusvertaling gecompleteerd worden met het Oude Testament. Deze vertaling is niet meer algemeen in gebruik, door de komst van de zogenaamde Willibrordvertaling. De laatstgenoemde vertaling werd in opdracht van de Katholieke Bijbelstichting gemaakt en in 1975 uitgebracht. In de Willibrordvertaling zijn een aantal zogenaamde apocriefe of deuteroncanonieke boeken opgenomen. Deze boeken worden door de Rooms-katholieke Kerk erkend als behorende tot de Schrift. Deze worden door de Protestantse Kerken niet erkend. In Lutherse en Anglicaanse Bijbelvertalingen zijn deze boeken wel opgenomen, maar ook daar hebben zij geen Schriftgezag.
Het Protestantse Nederlands Bijbelgenootschap naam in 1926 het initiatief om eveneens een volledige nieuwe vertaling uit te brengen. Dat gebeurde in 1951, onder de titel Nieuwe Vertaling. Sindsdien heeft deze vertaling de plaats ingenomen van de Statenvertaling en is deze algemeen in gebruik bij de meeste Protestantse kerken in Nederland.
De vertalingen, die tot nu toe zijn besproken, werden vooral gemaakt met het oog op kerkelijk gebruik. Na de Tweede Wereldoorlog raakte men steeds meer overtuigd dat deze vertalingen voor grote groepen mensen te moeilijk waren. Daarom namen zowel de Bijbelgenootschappen als particulieren het initiatieven om vertalingen in de gewone omgangstaal uit te geven. Zo verscheen vanaf 1960 een serie uitgaven van afzonderlijke Bijbelboeken, met inleiding en aantekeningen. Andere bekende voorbeelden zijn: · Het Nieuwe Testament in de taal van onze tijd / Anne de Vries (1965) · De goede Boodschap volgens Markus, Matthijs, Lukas en Jan / E. Straat (1968) · Het Nieuwe Testament voor mensen van deze tijd / A. Bertangs & R. Schippers (1968)
Aparte vermelding van de vertaling die tot stand kwam door samenwerking van de Katholieke Bijbelstichting en het Nederlands Bijbelgenootschap: · De Groot Nieuw BIJBEL (1982)
Het bijzondere van deze vertaling is, dat zij van een geheel ander standpunt uitgaat: Het dynamisch equivalent vertalen. Er wordt vanuit gegaan dat de vertaler moet proberen weer te geven wat de oorspronkelijke schrijver bedoelde en niet alleen wat deze schreef. Daarom zal de vertaler moeten zoeken naar hedendaagse uitdrukkingen met dezelfde expressiewaarde als het origineel in de tijd de schrijver en zich niet alleen richten naar de letterlijke woordbetekenissen. De Groot Nieuws BIJBEL is bijzonder populair, maar wordt in sommige kringen toch met enig wantrouwen bekeken. Deze manier van vertalen brengt mee dat de vertaler de Bijbelteksten ook moet interpreteren. Over interpretatie kunnen de meningen uiteenlopen.
De critici vinden dat de vertaling soms wel erg vrij is ten opzichte van de originele teksten. Ze zien deze vorm van vertalen als een dreiging van de juiste leer. Anderen beschouwen het als de eerste van een heel nieuwe manier van Bijbelvertalen, die de oudere versies ver achter zich laat.
In feite zijn beide opvattingen overdreven. De Groot Nieuws BIJBEL heeft vele goede kanten, maar zeker niet perfect. Met de komst van deze vertaling zijn de andere vertalingen niet overbodig geworden. Het verdient aanbeveling om een traditionele vertaling naast deze moderne versie te lezen, om te vergelijken.
Deze aanbeveling geldt ook in sterke mate voor het gebruik van de vertaling Het Boek. De versie in de Nederlandse taal verscheen in 1988 en uitgegeven door Living Bibles International. Deze vertaling gaat nog een stap verder dan de Groot Nieuws BIJBEL, zodat deze vertaling parafraserend kan worden genoemd. Het grote voordeel van Het Boek is, dat het door zeer eenvoudig taal gebruik, grote groepen mensen weet te bereiken, die nog nooit eerder kennis hebben gemaakt met de BIJBEL.
De laatste Bijbelvertaling is de Nieuwe BIJBEL Vertaling uitgegeven in 2004. Deze vertaling is gericht op gebruik tijdens de kerkdiensten.
Hoezeer de meningen en opvattingen uiteenlopen over het vertalen en de waarde van bepaalde versies uiteenlopen, één ding hebben alle vertalers gemeen: Zij streven ernaar de BIJBEL als het Woord van God op een zo goed mogelijke onder de aandacht te brengen van de mensen. Het naast elkaar bestaan van verschillende vertalingen moet niet als een verlies worden beschouwd, maar als winst. Iedere vertaling, hoe: · nauwkeurig, · deskundig, · duidelijk,
heeft te maken met de verschillen tussen de structuur van de oorspronkelijke taal en de taal waarin de Bijbelteksten worden overgebracht. Om die reden heeft geen enkele vertaling zelf absoluut gezag.. Ze zijn allemaal onderworpen aan het gezag van de authentieke Bijbelteksten in de Hebreeuwse en Griekse taal.
Hoewel het interessant is om de sterke en zwakke punten van de verschillende vertalingen naast elkaar te zetten, dienen wij ons te realiseren dat het niet van belang is welke vertaling er wordt gelezen, maar dat deze persoon de BIJBEL leest. Geen enkele vertaling in perfect, maar ook niet zo slecht dag de Boodschap van God voor ons er in doorklinkt.
Voor de vele verschillende vertalingen geldt van de apostel Paulus in zijn dagen over vele leraren zei: ‘Sommige prediken de Christus wel uit nijd en twist, maar andere doen het met goede bedoelingen (...) Wat doet het ertoe? In elk geval, hetzij met een bijoogmerk, hetzij in oprechtheid, wordt Christus verkondigd; en daarin verblijd ik mij en zal ik mij verblijden’ (Filippenzen 1:15,18)
|
· Canon |